suriname Naar Voorpagina

  


   
ONDERDEEL
Muzikanten
 suriname  Harris, Oscar
 suriname  Hugo, Lieve
 suriname  Nijman, Max
 suriname  Snijders, Eddy
 suriname  Soekatma, Oesje


Onderwerpen
Bekende personen
 suriname Beeld kunstenaars
 suriname Muziek / Musici
 suriname Botanici
 suriname Schrijvers
 suriname Uit de geschiedenis

AFDELINGEN
  suriname Algemeen
  suriname De Douane
  suriname Telefoonboek
  suriname Bevolking
  suriname Distrikten
  suriname Reis info
  suriname Cultureel erfgoed
  suriname Geschiedenis
  suriname Foto's
  suriname Natuur
  suriname Personen
  suriname Koken / recepten
  suriname Wat is ANDA

     
 SURINAME  surinameAFDELINGEN - suriname Bekende personen - - Musici

 suriname . NU terug
 
Surinaamse Musici

Tekst: Jo Moestadja

Ngoesman (Oesje) Soekatma

Erkenning is het gevolg van volharding in het muzikaal portret van Oesje.

Tijdens het gesprek zegt hij "aku iki bocah isinan, ben heel verlegen". Men kent hem als een muziekfilosoof. Pratend over de ontwikkeling van de Pop Javaanse muziek in de zeventiger jaren heeft hij altijd zijn eigen kijk en kan zeer eigenwijs overkomen, waarschijnlijk komt het door zijn tomeloze passie muziek en zijn streven naar de volmaaktheid. De hele avond kan je met hem over muziek filosoferen en kom je snel tot de conclusie dat hij een van de weinigen is met een rijke muziekervaring van meer dan 30 jaar, als zanger, tekstschrijver en componist.

Op de vraag tijdens een live interview gesteld door Iwan Setro (South Carolina - USA), hoe het komt dat hij er zo jong uit blijft zien, antwoord hij simpel: gewoon luisteren naar je lichaam, muziek is eerlijk en komt recht uit je hart.
    'Muziek is de kracht die hem aanstuurt om in harmonie zijn gevoelens met anderen te delen'




In het album Riwayating Urip Bangsa Jawa die hij uitbracht in 1990 met vrienden vertolkt hij muzikaal op eigenwijze de Javaanse immigratie op schijf. Alle nummers zijn zorgvuldig gecomponeerd en opgenomen tegen de achtergrond van 100 jaar herdenking.

Oesje is opgegroeid in het dorpje Santo aan de nieuw Weergevondenweg, district Paramaribo bij een oude echtpaar (bapak Rakimin en Ibu Sarya). Dit was een belangrijke periode in zijn leven. Door omstandigheden werd hij door zijn ouders aan dit oude echtpaar toevertrouwd en hebben ze hem ongeveer 15 jaar lang opgevoed en grootgebracht. Deze periode was eigenlijk het begin van zijn interesse voor muziek.

Hij komt uit een gezin van 10 kinderen waarvan hij de 7e is. Als hij van school kwam luisterde hij graag naar zijn favoriete radiostation radio Apintie en zong hij lekker keihard mee. Bruce (de zoon van bedrijfsleider van bacoven bedrijf Santo Boma, dochtermaatschappij Surland NV), de heer Orlando d' Fon Seka alias Fonsie was voor hem een grote broer en levensmentor tegelijk. Hij is eigenlijk degene die hem heeft ingeschreven voor het Surinaamse Javaans songfestival 1975.

Hij eindigde op de 1e plaatst met het nummer ora biso maneh een cover van Tom Jones (I never fall in love again).

Tijdens dit songfestival in 1975 heeft zich een voorval plaatsgevonden, die zijn verdere leven en loopbaan heeft beïnvloed. Lygia Maskam presenteerde en moest ze hem aankondigen. Doordat ze zijn naam niet goed kon uitspreken, verzon ze de naam Oesje en sindsdien is hij met deze naam bekend geworden. Dit voorval geeft hem steeds het gevoel, dat zijn andere " ik " een beetje is verdrongen, want er zijn eigenlijk maar heel weinig mensen die zijn geboortenaam kennen. Zijn muzikale loopbaan begon een jaar eerder.

Hij maakte deel uit van de band " Tjampuran", opgericht in het dorp Koewarasan door de heer Samat Podiwongso naar zijn gelijknamige voetbal elftal. De heren Sidik Tirtojoso (wijlen) en Amat Moesim nu woonachtig in Den Haag hebben de band ook ondersteund.



(T-Group '75: v.l.n.r. staand Cool, (wijlen) Bonggol, Hendrik Mento,
Bigger Hurkend Nolly, Oesje, Lygia Maskam en Paiman)


De bezetting van Tjampuran:
Cool : (guitar)
Bongol : (bas) (wijlen)
Bigger : (drum)
Arnold : (keyboard)
Wilma : (zang)
Paiman : (zang) en
Oesje : (zang en percussie)

Na het winnen van het songfestival met orah biso maneh, begeleid door Tjampuran hadden zij de naam gauw veranderd in T-group75. In dat jaar kwamen zij in contact met de pindakaasfabrikant Willem Soedijono. Hij heeft in zijn topjaar 1975 in Suriname met de bekende muziekformatie T-group '75 naamsbekendheid genoten.

Steeds bewijst hij weer zijn unieke en artistieke bijdrage en onderscheidt hij zich sterk en herkenbaar ten opzichte van anderen.

Met Soedijono als manager kwamen o.a.: Lygia Maskam, Paiman en Hendrik Mento de groep versterken. Mede door zijn inbreng werd T-group 75 al gauw heel erg populair.

Door de komst van Indonesische artiesten zoals o.a:

Mus Mulyadi, Titiek Sandora, Ervina, Helly S, Daisy Arisandi, Mus Mudyono, Jadi S, Mamiek Slamet en Favourites Group, was T-Group 75 in die tijd de populairste band met Astaria als rivaal.

Is Haryanto heeft met zijn prachtige arrangementen in de jaren 70 een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de Pop Javaanse muziek.



vlnr: Mus Mudijono, Amatmoesim (Den Haag), wijlen oprichter T-Group'75
Samat Podiwongso Uitkijk-Saramacca)


Tijdens de tour van Arie Koesmiran en Emillia Contessa werd zijn plaats ingenomen door zijn jongere broer Rochmad in de T-group 75 samenstelling.

Mus Mulyadi en zijn jongere broer Mus Mudijono hadden in die tijd veel indruk op hem gemaakt. Als zanger was hij in het begin een liefhebber van rock-muziek, maar door deze artiesten trok de Pop Jawa muziek zijn aandacht en had zijn eigen manier van vertolking van het Javaans levenslied vorm gekregen.

In die periode maakte hij 4 singles, waarvan 2 met de band en 2 als solo-artiest.

Het nummer Hebi libi was in 1977 plaat van het jaar geworden en selamet tinggal is nog steeds geliefd in de Javaanse gemeenschap.

In 1978 kreeg hij het gevoel alles te hebben bereikt in Suriname en dat was de reden dat hij in dat jaar naar Nederland vertrok. Hij kon heel moeilijk afscheid nemen van zijn ouders, familieleden en alles wat met Suriname te maken had. In de tekst van Selamet Tinggal is het zijn manier van afscheid nemen van dierbaren. In Nederland had hij in het begin met verschillende bands opgetreden, waarvan hij bij een paar medeoprichter was.

In Nederland heeft hij met verschillende bands gespeeld:

Een paar bekende muziekformaties waren o.a.:
Melatie, PopJawa, Usra (met Ragmad Amatsetam),
Ananing (met Eddy Assan en mijn broer Rochmad),
Roepia (met Ragmad Amatsetam en Eddy Assan),
T-group'88 (met ex-leden van T-group'75),
Suraka (met Hendrik Mento en Eddy Assan),
Ritmiek (met Ragmad Amatsetam) en
Rupia (met Ragmad Amatsetam).

In 1990 had hij i.s.m. Hervey Chen (Hervey's combo) en de vocalisten Dini, Wonnie, Stanley Rabidin en zijn jongere broer Rochmad de cd Riwayating Urip Bangsa Jawa uitgebracht tot doel; de Javaanse immigratie meer onder de aandacht te brengen van de doelgroep.

In 1994 produceerde hij i.s.m. Q&S de cd dansa-dansa en introduceerde hij het nummer Rosianti een eigen Jawa - Latino sound in de Javaanse popmuziek geschiedenis.

Na de release van de maxi single satra neti nam hij veel later dit nummer digitaal op en introduceerde hij een Indo Cariben stijl, juist op het moment dat Level 42 razend populair werd en ongekende furore maakte.

In 1995 kreeg de band Rupia een aanbieding om een paar shows te geven in Suriname. Deze trip was heel bijzonder voor hem. Na jaren mocht hij weer gaan optreden in Suriname, het land waar alles ooit begonnen was. Dit was de inspiratie voor zijn volgende cd botja desa in 1996. Het duurt een aantal jaren voordat hij met een release kwam maar in dit album lanceert hij een leuke trend, de bubbling jawa (Bubb-Jawa) in het nummer, jaman saiki en in het nummer bopo lan ibu bevestigd hij het hoogtepunt in de samenwerking met Mento alias Doggy. In dit nummer voegt doggy de hawaiaanse klank toe aan de eigen Surinaamse Javaanse Pop Kroncong.

Kort na deze trip ontstond er een meningsverschil tussen Ragmad Amatsetam en Oesje omtrent de ontwikkelingen van de band en was dit de reden dat hij de band Rupia verliet.

In 1996 was hij even gestopt met optredens en meer de nadruk gelegd op studiowerk en cd - producties in eigen beheer.

Samen met Gilbert Legiman (toetsenist Rupia) werd G&O-productions opgericht en artiesten die van onze diensten gebruik maakten waren o.a. Wonnie en Wakyan (cd: Wonny & Wakyan), Eddy Assan (cd: Tangi foe joe) en Ragmad Amatstam (cd: Tjidro Djandi).

Tussendoor heeft hij ook nog samengewerkt met zijn broers Robby (cd: Kidjenan) en Rohiem (cd: Medot tresno). Ondanks het feit dat studiowerk heel interessant kan zijn, is hij in 1998 ermee gestopt, want de drang naar optredens met een band was weer volop aanwezig!

Eromas, heeft hij opgericht met Eddy Assan en zijn jongere broer Rochmad.

Later kwamen er nog een paar goede muzikanten bij zoals o.a. Curt Amatsahip (gitarist).

Tijdens de eerste tour van Jhon (Tri) en Indah Onny heeft hij met Eromas voor de begeleiding gezorgd in 1999.

Op 30 december 1999 Oesje & Eddy 25 jaar in de muziek.

Om het jaar af te sluiten en het nieuwe in te luiden hebben Eddy & Oesje hun 25 jaar jubileum gehouden met SENTOT en DIDI KEMPOT uit Indonesië. Alweer een historisch feit die toegeschreven wordt in de muziekgeschiedenis van Suriname.

Het jaar 2000 wordt hij gevraagd om de zangeressen NOVI en TOETI TRI SEDIA te begeleiden na terugkeer uit Suriname in het kader van 110 jaar Javaanse immigratie.

In 2001 heeft de bekende zanger MUS MULYADI begeleidt tijdens een succesvolle show in Hoogezand met Mento en zijn formatie EROMAS.

De lang gekoesterde droom kwam in 2002 uit! Na verschillende cd - producties te hebben uitgebracht, vond hij het niet meer leuk om weer een cd te maken met behulp van Midi apparatuur. Een studio cd kan naar zijn gevoel niet de juiste weergave geven van het bandgeluid, die zij bij optredens produceren. Hierdoor had hij toen besloten om voor de verandering met echte muzikanten in de studio een hele cd vol te spelen.

Het resultaat is de cd Prapatan en gezien het succes is het publiek waarschijnlijk ook een beetje met hem eens. Back to basic, wow ……… het klinkt echt en eerlijk! Loro tresno illustreert deze originele benadering. In het nummer teklek ning krikilan laat hij zijn liefde voor de muziek van Bob Marley horen door een fragment vast te leggen in dit nummer door de tekst universeel te maken. De nummers Sijem, teklek ning krikilan, Sexy Mofo, Prapatan klinken lekker in het gehoor, echte Suri Pop Jawa.

In mei 2003 kreeg hij dankzij het succes van de cd Prapatan een aanbieding om voor 3 weken naar Suriname te gaan voor een paar optredens. Het was echt grandioos geweest! Eindelijk live on stage in ANS (Anthony Nesty Hal) en twee keer achter elkaar met succes!

Eromas anno 2003 met een totaal nieuwe bezetting. Op dit moment werkt Oesje met talentvolle jonge muzikanten met als doel de Pop Jawa eigentijds in te kleuren.

Zijn muziek is Surinaams Javaans gemengd met muziekstromingen waaronder: R&B, Bubblin, Latin en Rock. Om dit te kunnen realiseren heeft hij muzikanten nodig die open staan voor vernieuwingen en de ervaring leert hem dat je dit het beste kan realiseren met jonge muzikanten. Het is trouwens ook een manier van kennisoverdracht en op lange termijn is dit alleen maar positief voor de ontwikkeling van de Pop Jawa muziek.



Jawa - latino (Javaans sentiment - Latijns temperament) is het gevoel dat bij Eromas hoort, want zij zijn immers Javanen uit Zuid Amerika. Dit is tegenwoordig duidelijk hoorbaar in de muziek die Javaanse muzikanten uit Suriname en Nederland produceren en naar zijn gevoel is dit op den duur de weg naar de manier van musiceren.

Eind 2003 en januari 2004, Lilian Tordjo en Aida Amatsetam worden begeleid door EROMAS o.l.v. Oesje. Op 3 januari 2004 ontving AIDA de eerste INDO CARIBBEAN MUSIC AWARD uit handen van initiator Jo Moestadja en zijn jongere broer ROBBY voor de categorie mannelijke solo vocalisten. De jury bestond uit collega artiesten Jones S. Eddy Assan, Oesje, Stanley Rabidin, Marlene Maridjan, de radiostations Bangsa Jawa Amsterdam, Compagnie Hoogezand en Surjadjati Den Haag.

Oesje ziet zijn jongere broer Robby de toonaangevende Pop Jawa zanger in Suriname die over alle eigenschappen beschikt om in zijn voetsporen te kunnen musiceren als tekstschrijver, componist en vocalist. Hij heeft een sterke passie voor wereldmuziek en daardoor geen voorkeur. Voor de internationale jazz zanger Bobby Mc Farren heeft hij bijzondere waardering.

Uit zijn verhaal zegt Oesje, dat Mus Mulyadi voor hem de juiste weergave is van het Javaans sentiment (gevoel) en Mus Mudijono de inspiratie bron is tot ontplooiing omdat je als muzikant op den duur een bredere basis moet hebben om op wereld niveau muziek te kunnen maken. Deze artiest verliet Pop Jawa en is in Azië opgeklommen tot een fenomeen in de jazz en funk wereld. Als tekstschrijver heeft hij een voorbeeld aan Bob Marley genomen voor een universele muzikale boodschap ten aanzien van wereld problematiek. Thematisch illustreert Oesje dat in de nummers sranang en manoengso, zoals Michael Jackson en Sting die onderwerpen bespreken in hun besef voor medemenselijk in de wereld.

En de populaire zanger Bobby Mc Farren is voor hem de volmaaktheid op vocaal gebied. Perfectie in zang van de bovenste plank is een tussenbalans die ik onlangs met Oesje heb kunnen maken.

In opdracht van Modevakschool Ann Suriname neemt hij het album Andeng Andeng telu op en heeft hij zijn zoon Earl geïntroduceerd tijdens de tour. Van deze Pop Shows is een DVD uitgebracht.

In het jaar dat 115 jaar Javaanse immigratie (1890-2005) is herdacht maakt hij wederom een lekker Jawa Latino album met de toetsenist van Rupia, Gilbert Legiman. Oesje wordt wederom uitgenodigd om zijn 30 jaar muzikale loopbaan in Suriname te vieren. In dit album bevestigt hij zijn passie voor de Javaanse muziek met Kadung Tresno en ook met Mbok los, Tjiloko en Oh.


Oesje en nieuwe generatie
 
FINAL STEP met Jennifer Tordjo


Van de Vereniging herdenking Javaanse immigratie (VHJI) kreeg hij een oorkonde en van Mode vakschool Ann een kunststuk. Muziek is voor Oesje zijn lust en zijn leven en stimuleert hij de jongeren waaronder zijn neef Dominique en Curt Amatsahip die beiden het conservatorium hebben afgemaakt. Oesje ziet zich onlosmakelijk verbonden als een van de " drie musketiers " in het rijtje Eddy Assan en Ragmad Amatsetam.

Tot slot een citaat: " We hebben opgekeken in de begin jaren naar de Indonesische artiesten, maar nu hebben we onze eigen muziekstijl ontwikkeld. Javaans gezien beheersen zij de taal, maar ritmisch gezien kunnen Surinamers een hele avond vullen en dat kunnen zij niet ".









suriname . NU  naar boven



Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo -
Last update: