suriname Naar Voorpagina

  


   
ONDERDELEN
SLAVERNIJ
 suriname  Slavernij 1
 suriname  Slavernij 2
 suriname  Slavenhandel 1
 suriname  Slavenhandel 2
 suriname  Slavenhandel 3
 suriname  Manumissie 1
 suriname  Manumissie 2
 suriname  W.I. Compagnie 1
 suriname  W.I. Compagnie 2
 suriname  W.I. Compagnie 3
 suriname  W.I. Compagnie 4
 suriname  W.I. Compagnie 5
 suriname  Emancipatie 1

ONDERWERPEN
Geschiedenis
 suriname  Immigratie Algemeen
 suriname  Javaanse immigratie
 suriname  Donko's tot Guides
 suriname  Brieven v. Wetten
 suriname  Suriname bevolkt
 suriname  Slavernij
 suriname  De 20 ste eeuw
 suriname  Indianen (oorspr.)
 suriname  Paramaribo
 suriname  Albina
 suriname  Mariënburg
 suriname  Oude kaarten
 suriname  Archieven-wijzer
 suriname  Post en postzegels
 suriname  Batavia
 suriname  Goslar
 suriname  Goud-zaken
 suriname  Geld-zaken
 suriname  Het Park
 suriname  Korps Politie
 suriname  Treinen
 suriname  Forten
 suriname  Westgrens
 suriname  Samenvattingen
     ( Engels )


AFDELINGEN
  suriname Algemeen
 suriname De Douane
  suriname Telefoonboek
  suriname Bevolking
  suriname Distrikten
  suriname Reis info
  suriname Cultureel erfgoed
  suriname Geschiedenis
  suriname Foto's
  suriname Natuur
  suriname Personen
  suriname Koken / recepten
  suriname Vragen over NIBA
  suriname Wat is ANDA

     
 SURINAME  surinameAFDELINGEN - suriname Geschiedenis - - WEST-INDISCHE COMPAGNIE

 suriname . NU terug
 

  WEST-INDISCHE COMPAGNIE,   ( de tweede ) 1674-1791.

Verhouding tussen de WIC en de Sociëteit van Suriname.

Reeds gedurende de Spaanse Successieoorlog bleek het Huis van Sommelsdijck genegen zijn aandeel in de kolonie Suriname van de hand te doen. Een dergelijke transactie werd bemoeilijkt door een bepaling in de overeenkomst ( of octrooi ) van 1682, dat overdracht aan buitenstaanders niet mogelijk was. Wilden zij hun partnerschap beëindigen dan kon dat alleen door de overname van het bewuste derde part aan één ( of beide ) andere partner(s). Deze transactie vond eindelijk plaats in 1770, toen de stad Amsterdam het Sommelsdijckse aandeel overnam voor f 700 000 en de helft daarvan weer overdeed aan de WIC.

De betrekkingen tussen de WIC en de Sociëteit van Suriname waren niet steeds goed te noemen. Zij sproten voor het merendeel voort uit het handelsmonopolie van de WIC, die tot bescherming van haar positie een fiscaal in Paramaribo aanstelde met de taak toe te zien, dat geen inbreuk werd gemaakt op de rechten van de Compagnie. Zo eiste de Compagnie in oorlogstijd wegens door haar geleden verliezen een recognitie van ƒl. 5,- voor iedere geïmporteerde slaaf. Bovendien zouden de lastgelden door de `slaafse' en andere schepen van de Compagnie naar en van Suriname varende in de kas van de Compagnie vloeien, inkomsten die bijgevolg door de Sociëteit werden gederfd. Deze en andere irritaties maakten een vlotte samenwerking tussen Compagnie en Sociëteit van Suriname moeilijk.

De overeenkomst van 1682 waarin Suriname onder de Tweede WIC werd gebracht, werd in feite een soort van grondwet voor de Sociëteit van Suriname. Het is een document, dat duidelijk de tendens van zijn tijd weerspiegelt: een uitgesproken mercantilistische houding die een type kolonie schept dat gedefinieerd kan worden als exploitatiekolonie. Het welzijn van het overzeese gewest ( Suriname ) werd volkomen ondergeschikt gemaakt aan dat `van deese Landen' ( de Nederlanden ) en van de wic. Alle bepalingen van het octrooi van 1682 duiden in die richting, zoals bijv. art. IX waarin de WIC verplicht wordt de kolonisatie door blanken te bevorderen. Gezien de steeds toenemende afrikanisering van de bevolking werd deze bepaling beschouwd als een tegenwicht. Natuurlijk faalde het.

In genoemd octrooi van 1682 werd vanzelfsprekend ook het bestuur geregeld. De gouverneur, op grond van art. XVI aangesteld door de WIC ( later door de Sociëteit van Suriname ) competeerde "het hoogste gesagh" ook al moest bij voeling houden met een Politieke Raad, ook wel genoemd Raad van Politie of Hof van Politie en Criminele Justitie. Gouverneur en raadsleden vormden de regering, doch de gouverneur convoceerde de raad en stelde de agenda vast, terwijl hij de vergaderingen presideerde. De raad was eveneens een Hof van Justitie en had de berechting van strafzaken. Als zodanig was dit lichaam de voortzetting van een Council, reeds in 1662 door Francis Lord Willoughby geïnstalleerd en vóór 1682 door het Nederlandse koloniale bestuur geaccepteerd. Het octrooi van 1682 legaliseerde als het ware dit lichaam en erkende het officieel. In de loop van de 18de eeuw groeide deze raad uit tot een regeringsorgaan waarmee iedere gouverneur terdege rekening diende te houden .

Gedurende de levensduur van de WIC functioneerde dit bestuur redelijk wel. Het bestond uit de elite en die elite waakte zorgvuldig voor haar belangen, die vereenzelvigd werden met de belangen van de kolonie.

Terwijl de Compagnie haar octrooi achtereenvolgens in 1700, 1730 en 1761 verlengd zag, zij het met enige wijzigingen, besloten de Staten-Generaal op 27 mei 1791 het octrooi niet meer te verlengen.

De Tweede WIC heeft nooit een grootse rol gespeeld. Nooit ontplooide zij de energie en voortvarendheid die haar voorgangster ten toon spreidde in de eerste twintig jaar van haar bestaan. Hoe kon het ook anders met de bescheiden financiële basis waarmee zij haar activiteiten begon. Wat erger was, zij overleefde haar tijd en werd fossiel lang voordat zij werd opgeheven. De nieuwe denkbeelden omtrent handel, bestuur, monopolie en slavernij die in de 18de eeuw baan braken, klopten bij de Heeren X aan dovemans deur. In weerwil van krachtige financiële hulp in 1784 haar door de Staten van Holland verleend - na de desastreuze Vierde Engelse Oorlog - werden haar schuldeisers te talrijk en te luidruchtig om haar voor de ondergang te behoeden. Niettemin regende het protesten, toen de Staten-Generaal in 1791 de beslissing tot opheffing namen, ondanks het feit, dat de aandeelhouders hun aandelen voor 30% van de nominale waarde aan Hunne Hoog Mogenden konden overdoen en daarvoor 3% rentegevende obligaties ten laste van de generaliteit ontvingen. Voor investeerders in een onderneming die al meer dan tien jaar geen cent dividend had uitbetaald was dit voorzeker geen onbevredigende oplossing.

De bezittingen en schulden van de Tweede West-Indische Compagnie werden door de Staten-Generaal der Nederlanden overgenomen en daarmee ook alle rechten en verplichtingen.



suriname . NU  naar boven



Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo -
Last update: